|
Binnen de moderne metaalbewerking zijn er talloze technieken om metaal te vormen, perforeren of assembleren. Twee veelgebruikte bewerkingen zijn ponsen en metaal zetten. Beide technieken worden vaak gecombineerd toegepast en spelen een belangrijke rol in de productie van halffabricaten, behuizingen, constructieonderdelen en plaatwerkcomponenten. Maar wat houdt elke techniek precies in – en wanneer kies je voor welke methode? Ponsen is een snelle en efficiënte manier om gaten, uitsparingen of vormen uit een metalen plaat te stansen. Dit gebeurt met een ponsmachine die met hoge kracht en snelheid werkt. De techniek is uitermate geschikt voor seriematige productie, omdat de herhaalnauwkeurigheid zeer hoog is en de cyclustijden kort zijn. Ponsen wordt vaak gebruikt bij het maken van ventilatiegaten, schroefgaten of kabeldoorvoeringen in plaatmateriaal. Metaal zetten: nauwkeurig vouwen onder hoge drukNa het ponsen wordt plaatmateriaal vaak verder gevormd door middel van kanten of zetten. Metaal zetten is het gecontroleerd buigen van een metalen plaat in een specifieke hoek en radius, bijvoorbeeld om een behuizing, hoekprofiel of montageflens te creëren. Met behulp van een kantbank en digitale aansturing kunnen complexe zettingen met hoge precisie en minimale toleranties worden gerealiseerd. Metaal zetten is bijzonder geschikt voor maatwerk en prototypen, maar wordt ook volop ingezet in seriematige productie. Dankzij geavanceerde machines kunnen zelfs dunne of zeer harde materialen met constante kwaliteit worden gebogen. ConclusiePonsen en metaal zetten zijn twee essentiële technieken in plaatbewerking die elkaar uitstekend aanvullen. Waar ponsen zorgt voor functionaliteit en bewerkingsgemak, biedt zetten de mogelijkheid om het materiaal structureel vorm te geven. Door beide bewerkingen slim te combineren, ontstaat een efficiënt en nauwkeurig productieproces dat voldoet aan hoge technische eisen. Een must voor wie met precisie én snelheid wil produceren.
|
Laden...
